Archive for March, 2014

Pieterpad 2: Winsum – Groningen (19 km)

Monday, March 10th, 2014

Eigenlijk zouden we naar het Groninger Museum gaan, maar op een zondagochtend in februari is het weer zo mooi, dat mijn moeder en ik besluiten om een stukje Pieterpad te gaan doen. Zodoende zitten we om kwart over tien in de trein naar Winsum.

Winsumerdiep

Bij de brug over het Winsumerdiep

Kaartlezen wordt aan mij uitbesteed. In Winsum ga ik bijna meteen de mist in. Dat is niet erg, want Winsum is een mooi dorp en altijd een plezier om rond te kijken. We lopen langs het Winsumerdiep, slaan dan af langs de N361 en lopen de velden in. Het windje is fris, maar de zon is fel, dus de zonnebrillen gaan op.

Brug bij Garnwerd

Brug over Reitdiep bij Garnwerd

Via paadjes, weilanden en fietspaden bereiken we al snel Garnwerd. Garnwerd is een dorpje dat alles heeft: een molen die pannenkoekenmeel verkoopt (maar helaas niet maalt), een lief kerkje, een haven en een strandje, en het smalste straatje van Nederland dat nog toegankelijk is voor auto’s. Voor ons is daar niets nieuws meer aan, dus we beperken ons tot een andere trekpleister: Café Hammingh. Met thee en Groninger koek (met roomboter!) warmen we op.

Café Hammingh in Garnwerd

Café Hammingh in Garnwerd

Het vervolg is Noord-Groningen op zijn mooist. Het Reitdiep is met de blauwe lucht op zijn aantrekkelijkst. De bomen staan nog niet in knop, maar lang zal het nu niet meer duren. De wind is stevig en natuurlijk tegen. Na Wetsingersluis passeren we Oostum met zijn afgegraven wierde.

Noord-Groningen

Een mooie dag in februari

Een wierde is een heuvel waarop men droog kon wonen bij hoogwater toen er nog geen dijken waren aangelegd. Vanwege de bewoning werden wierdes vruchtbare grond. In de 19e eeuw werden wierdes in Groningen op grote schaal afgegraven en de vruchtbare grond verkocht. Een deel van die grond is naar Drenthe gegaan, voor de ontginning van de arme zandgronden. Zodoende zijn er heel wat dorpen in Groningen afgegraven, behalve uiteraard de kerk. Vandaar dat er nogal wat kerken naast een soort van afgrond staan.

Lunch bij Wierumerschouw

Lunch bij Wierumerschouw

Uit de wind, die toch wel koud is, en in de zon eten we een paar boterhammetjes in de luwte van een gemaaltje bij Wierumerschouw. De pot schaft boterhammen met gebakken ei en suikerbrood. Lang blijven we niet zitten; het is echt te koud.

Aankomst in Groningen bij de wierde Paddenpoel

Aankomst in Groningen bij de wierde Paddenpoel

Via Paddepoel lopen we Groningen binnen. Het van Starkenborghkanaal ligt er mooi bij. Langs de Paddenpoelsterweg bereiken we de stad en dan is het ook gedaan met de rust. De ringweg is duidelijk te horen, hoewel het gevoel van rust en natuur nog even aanhoudt als we het universteitsterrein passeren. Via het Noorderplantsoen lopen we de stad binnen. We sluiten af met een borrel in het Groninger Museum; zijn we er toch nog even geweest!

Het Van Starkenborghkanaal

Het Van Starkenborghkanaal

Al met al, een hele mooie etappe. Veel leuker dan de vorige. Deze etappe is het noorden van Groningen op zijn allerbest!

 

Geplande veroudering: trucs van de industrie

Sunday, March 2nd, 2014

Sinds ik zelf een fulltime baan heb, vraag ik me het volgende af: hoe kan het nou dat we nog steeds 40 uur moeten werken in deze maatschappij. En nog wel tot ons 67e.  Hoe kan het dat sinds de komst van wasmachines, vaatwassers, online bestellen, fabrieken, instantane informatie-uitwisseling, er nog steeds zo hard gewerkt moet worden? Al surfend kwam ik destijds op deze Wikipedia-pagina over geplande veroudering en ik verbaasde mij. Vandaag las ik het boek Neem de Tijd van Koen Haegens uit die een aardig en verontrustend perspectief biedt over onze tijdsbesteding in onze huidige maatschappij.

Waarom werken wij zoveel? Omdat er geld verdiend moet worden. En waarom moet er geld verdiend worden? Om van alles aan te schaffen. Tot zover niets spannends. We krijgen salaris van bedrijven zodat wij weer geld uitgeven uit kunnen geven. Dat levert een aardige vicieuze cirkel op. Met twee trucs wordt dit in stand gehouden. De eerste noemde ik al, geplande veroudering. Een bekendere term is misschien planned obsolescense. De tweede is commodificering.

Planned obsolescense
Bij het ontwerpen van een product, houdt men rekening met een aantal factoren: functionaliteit, ontwikkelprijs, het productieproces, en natuurlijk de levensduur. Het is al lang geen doel meer om de levensduur van een project zo lang mogelijk te maken. Dat zou heel onhandig zijn. De consument moet terugkomen en weer nieuwe producten kopen, anders wordt er geen winst gemaakt! Dus gloeilampen gaan stuk na een bepaald aantal branduren. Cruciale onderdeeltjes worden gemaakt van broos plastic  zodat ze naar verloop van tijd stuk gaan. Batterijen gaan maar een beperkt aantal laadcycli mee. Onderdelen gevoelig voor hitte worden geplaatst naast een warmteproducerend element. Uiteraard is het vervangen van een onderdeeltje net zo duur als aanschaf van een nieuw apparaat.

Denk ook aan het uitbrengen van nieuwe vergelijkbare producten, zodat weer aangeschaft moet worden: van de LP, naar cassettetape, naar CD, naar MiniDisk. Misschien worden vervangende onderdelen, zoals een specifiek type batterij, niet meer verkocht. Of een onderdeel is zodanig geïntegreerd dat deze niet vervangen kan worden. Het onderhoud (Windows XP bijvoorbeeld) vervalt, zodat wel overgegaan moet worden naar een nieuwe versie. Denk aan een printer die niet wil printen omdat één van de kleuren van een cartridge leeg is. Ook wordt de indruk gewekt dat onderdelen vervangen moeten worden (scheermesjes, waterfilters) terwijl het eigenlijk niet nodig is.  De voorbeelden zijn eindeloos. Wat een geld kost dit de consument. Wat een belasting voor het milieu. Hoeveel tijd kost dit ons: het produceren  (van dingen die ook langer mee zouden kunnen gaan), het daadwerkelijke vervangen en het werken voor middelen om weer nieuw te kunnen kopen.

Een aardig voorbeeld van hoe het ook kan, is de Centennial Light. Ruim honderd jaar geleden geproduceerd en deze brandt nog steeds. Er zijn meerdere gloeilampen van dit type die nog steeds functioneren. Het kan dus wel, maar zo wordt niet meer geproduceerd. Jezelf overbodig maken als producent, daar wordt je niet rijk van.

Commodificering
Commodificering is verkopen van iets, wat voorheen niet verkoopbaar was. Tenminste, dat is mijn interpretatie van dit artikel. Misschien heb ik niet het bijpassende woord helemaal juist, maar het gaat om het volgende. Het verbod op stropen zodat mensen zonder land (ook een voorbeeld van commodificering) minder toegang hadden tot voedsel. Het verkopen van kraanwater in dure flesjes en het verminderen of verwijderen van openbare tappunten. De verkoop van lucht middels emissierechten. Het privatiseren en kappen van bos. Producten die van ons allemaal zijn of juist van niemand, worden geclaimd en er wordt winst op gemaakt. Een individu wordt daar niet beter van.

Wat te doen?
Dit zijn patronen die moeilijk te doorbreken zijn. De vraag wordt kunstmatig gecreëerd. Hoe doe je daar als individu niet aan mee? Wat zou het betekenen voor de maatschappij wanneer we terugkunnen naar een twintig-urige werkweek?